donderdag 11 september 2008

5. Romeinen 5:1-21

Paulus heeft in de eerste 4 hoofdstukken van de Romeinenbrief volledig duidelijk gemaakt dat er voor God geen onderscheid (meer) is tussen Joden en mensen uit de volken. Allen zijn zondaars, allen gaan verloren, en allen worden gered door geloof in Christus alleen. Dat Joden met de wet in hun wieg geboren worden, dat ze nageslacht van Abraham zijn, maakt niets uit in dit opzicht.

En nu gaat Paulus verder. Wij dan (wij? wij gemeenteleden, dus mensen uit de volken en uit het Jodendom) zijn gerechtvaardigd uit het geloof, en hebben vrede met God door Jezus Christus. Let op het gebruik van het woord 'wij' door Paulus. Er is geen onderscheid meer. (Rom. 5:1)

Vrede met God is een heel Joods begrip. In het Jodendom is de grote verbondsverwachting de vrede, de sjaloom, voor het hele volk. Voor Israel was dit begrip sterk verbonden aan onbekommerd wonen in het eigen land. Paulus zegt nu dat allen die in Jezus geloven, deze vrede al deelachtig zijn geworden. Het is niet langer toekomstmuziek, en het heeft bovendien een ander karakter dan wat was verwacht.

Paulus spreekt ook over de gezamenlijke hoop van alle gemeenteleden op de heerlijkheid van God; dit begrip heerlijkheid is van belang; in Romeinen 8 komt Paulus hierop terug als de hoogste verwachting van hen die in Christus geloven. (Rom 8:30)

Paulus gaat in dezelfde stijl verder. Wij, wij wij... In de gemeente van Christus is niet langer sprake van Joden en niet-Joden, maar allen delen hetzelfde:
VERLEDEN - toen wij nog zwakken, goddelozen, zondaren, vijanden van God waren (Rom. 5:6-8,10), maar ook: door zijn bloed gerechtvaardigd, met God verzoend door de dood van zijn zoon (Rom. 5:1,9-11) Die laaste twee termen hebben rechtstreeks met behoudenis te maken.

HEDEN - Behoudenis wordt in andere termen benoemd: vrede met God, toegang tot deze genade, verdrukkingen, volharding, beproefdheid, hoop, liefde Gods in onze harten uitgestort, de heilige Geest ons gegeven (Rom 5:
1-5)

TOEKOMST - Allemaal termen die samenhangen met behoudenis: de heerlijkheid Gods (Rom. 5:2), behouden worden van de toorn (Rom 5:9), leven, als koningen heersen (Rom. 5:17-18), eeuwig leven (Rom. 5:21)
Dit gedeelte gebruikt telkens het wij. Paulus maakt geen onderscheid tussen de Joodse gelovigen en de gelovigen uit de volken. Het verleden van allen kenmerkte zich door zonde, maar dankzij de rechtvaardiging uit het geloof hebben alle gelovigen, Jood of Griek, vrede met God. Al deze gelovigen delen dezelfde hoop op de heerlijkheid en dat ze behouden worden van Gods toorn.

Vervolgens gaat Paulus door met deze gelijkheid te onderstrepen. Dat doet hij door een wereldbeeld te schetsen waarin het draait om Adam en Christus. Mozes komt ook in het plaatje voor, maar Paulus maakt duidelijk dat de rol van de wet is, dat mensen meer strafbaar zijn. De wet is erbij gekomen, zodat de overtreding toenam. (Rom. 5:20)

De wet is dus, met alle eerbied gezegd, een bijkomstigheid. Want al voor de wet, vanaf Adam, was er zonde, en dood, in de wereld. Allen hebben gezondigd, en allen worden met de dood gestraft. Dat is het gevolg van de zonde van de ene mens, Adam. (Rom. 5:12-13) Ergo: de mensheid is geheel gelijk en verenigd in dit opzicht. Geen onderscheid. Er is in dit opzicht ook geen verschil tussen de tijd voor de wet en de tijd na de wetgeving van Mozes: ervoor en erna gaan alle mensen dood als gevolg van de zonde. (Rom. 5:13-14)

Paulus gaat dan, in een paar lastige verzen, de invloed van Adam met die van Christus vergelijken. Let daarbij goed op de context. Het gaat er Paulus hier in de eerste plaats om, om de kosmische omvang van Adam en Christus te laten zien. Adam en Christus bepalen het christelijke wereldbeeld, en Mozes en de wetgeving, die zijn, ik zei het al eerder, een bijkomstigheid. Ik kom daar op terug. Maar eerst die vergelijkingen van Adam en Christus.
Door de overtreding van de ene Adam zijn zeer velen gestorven, maar de genade van God door de ene mens Jezus Christus is voor zeer velen overvloediger (dan het effect van de zonde van Adam).(Rom. 5:15)
Door de ene overtreding van Adam werden allen veroordeeld. Door de genade van Christus werden mensen die veel overtredingen begaan, gerechtvaardigd.(Rom. 5:16)

Door de ene overtreding van Adam ging de dood als koning over alle mensen heersen. Door de genade van Chistus zullen de gelovigen (zij die de overvloed van genade en van de gave der gerechtigheid ontvangen) leven en als koningen heersen.(Rom.5: 17)

Door de ene overtreding kwam het voor alle mensen tot veroordeling. Door de ene daad van gerechtigheid komt het voor alle mensen tot rechtvaardiging ten leven.(Rom. 5:18)

Door de ongehoorzaamheid van de ene mens zijn zeer velen zondaar geworden. Door de gehoorzaamheid van Christus worden zeer velen rechtvaardig.(Rom 5:19)
Sommigen menen een alverzoeningsgedachte in deze verzen te kunnen vinden, maar dat lijkt me een misvatting, omdat Paulus in voorgaande hoofdstukken duidelijk heeft onderstreept dat zonder geloof in Christus, mensen onder de toorn van God zijn en blijven. We moeten bij deze bovenstaande verzen de context in de gaten houden. Paulus schetst bewust een kosmisch beeld van de invloed van Adam en Christus, om aan te geven dat bij God geen aanziens des persoons is. Voor God is er geen verschil tussen Jood of Griek, want die zijn allemaal kinderen van Adam. Daarom moeten termen als allen, velen, zeer velen, in deze verzen gezien worden in die context.

Dit wordt onderstreept door de middelste parallellie. Daarin wordt duidelijk dat de velen, zeer velen, en allen, waarvan sprake is, de groep van mensen is die de overvloed van genade en de gave der gerechtigheid ontvangen. Dat zijn de gelovigen, heeft Paulus klip en klaar gemaakt in de voorgaande hoofdstukken.

Het gaat God niet om Israel alleen, het gaat hem om de hele wereld, en de mensheid kan in Adam en Christus worden samengevat. Allen zijn verloren als nakomelingen van Adam, maar door geloof in Christus kan een ieder worden gered. Opvallende afwezigen zijn Mozes en de wet!

Dit zegt Paulus als inleiding op Rom. 5:20, waar hij aangeeft dat de wet een 'bijkomstigheid' is:
Maar de wet is erbij gekomen, zodat de overtreding toenam.
Het was al volledig duidelijk dat alle mensen zondig zijn en sterven, maar door de Thora is aan Israel des te meer duidelijk dat mensen geboren overtreders van Gods wil zijn, ook alle Joden. En hierdoor blijkt alleen maar te meer de overvloed van genade die God schenkt en die beschikbaar is gekomen door Jezus Christus.

Het Griekse woord houtoos (aldus) en het woord pas (allen), komen voor in Rom. 5:12 (zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan). Het woord houtoos komt verder voor in Rom. 5:15, 18, 19, en 21. In deze vier verzen gaat het steeds vergezeld van het woordje kai, ook. Houtoos kai staat daar dus steeds, en dat betekent, zo ook.

Pas komt verder tweemaal voor in Rom. 5:18: voor alle mensen tot veroordeling en voor alle mensen tot rechtvaardiging. Deze verzen lijken te duiden op getalsmatige totaalheid. Het gaat om een ieder, allen.

6 opmerkingen:

Paul Miller zei

Bij Paulus is er niet gauw een eenvoudige conclusie te trekken. Net op het moment dat je denkt veilig op een plateau geland te zijn, doemen er nieuwe vragen en problemen op.
Zoals: in vers 18 lijkt Paulus toch duidelijk te zeggen dat (uiteindelijk) alle mensen gerechtvaardigd zullen worden. De genade Gods en de gave [in Christus](vers 15) is zelfs véél overvloediger dan de gevolgen van die ene overtreding van Adam.
Vraagje, is dit nu ook zo'n detail, niet relevant voor de grote lijn?
Even ter aanvulling, in het eerder genoemde boekje van Reitsema in de serie 'luisterend leren', komt dit exegetisch probleem ook niet ter sprake.
Misschien wil je er toch iets over zeggen.

Unknown zei

Als eerwaarde Reitsma er het zwijgen toe doet wie ben ik dan...

Sja, je kunt in dit gedeelte wel iets van alverzoening willen zien, maar dat staat haaks op wat paulus eerder in zijn brief zei. Dat lijkt me dus daardoor alleen al uitgesloten.

Hoe Paulus dit dan bedoelde? Alleen als je denkt aan het AANBOD van genade kom je er wellicht uit?

Maar ik denk dat je hier toch ook in de eerste plaats moet vaststellen dat Paulus' argumentatie nadruk legt op de kosmische aard van de zonde en de genade. Dat overstijgt het Jodendom. Adams zonde had kosmische betekenis, en Christus' verzoening heeft dat evengoed. De rol van de wet in dit geheel is 'bijkomstig' (5:20)

Unknown zei

Je vraag is ook of dit een detail is, niet belangrijk voor de grote lijn.

Inderdaad, je kunt boeken vol schrijven (nou ja, voor ons geldt, we kunnen ze lezen) over de paar moeilijke verzen die je aanstipt, en daardoor makkelijk het betoog van Paulus uit het oog verliezen. Daarom volg ik liever de grote lijn. Als die grote lijn echt duidelijk is, dan pas denk ik dat we ons moeten wagen aan pogingen om de knelpunten uit te leggen. Die knelpunten moeten worden uitgelegd op een manier die logisch binnen die grote lijn past.

Unknown zei

Marty, ik zal mijn gedachten nog eens laten gaan, binnenkort, over je vraag of dit nu over alverzoening gaat. Ik denk dat we moeten wijzen op het feit dat Paulus het heeft over Joden en heidenen (dus allen!) dus behouden worden, omdat ook alles (Joden en heidenen) als ene mensheid zondig zijn.

Ik denk dat we in deze richting moeten zoeken: met 'allen' duidt Paulus op het feit dat het over Joden EN heidenen gaat. Iedereen. Dat lijkt me prachtig aan te sluiten bij de hele verhaallijn tot nu. Dan duidt het 'allen' dus niet op ieder individueel mens, maar op alle VOLKEN. Het aanbod is voor iedereen, ongeacht je afkomst.

Maar ik zal er als ik een bijbel bij de hand heb binnenkort nog eens op terugkomen, nu moet ik weer even werken :-)

Paul Miller zei

Zoals je mailde, je hebt de tekst wat aangepast. Mijn voorgaande reacties zijn nu moeilijker te plaatsen, denk ik. Maar ik heb een leeesachterstand.

Paul Miller zei

Voila, je hebt de tekst aangepast. Ik voel me vereerd.
Even ter kennisgeving. In het jongste nummer van het Studiebijbel magzine (www.studiebijbel.nl), schreef ene Gijs de Breen het Thema artikel: 'Roemen in verdrukking' n.a.v. Romeinen 5. Ik vind het altijd leuk met recente publikaties te komen :-)
In dezelfde editie een boekbespreking door Gijs van den Brink over het boek 'Hoop voor Israël' (Centrum voor Israëlstudies(CIS) van het Boekencentrum. Ik weet niet of het boek relevant is voor ons onderwerp. Het gaat meer over Handelingen meen ik.