maandag 17 november 2008

ALDUS ZAL GANS ISRAEL BEHOUDEN WORDEN: ROMEINEN 11:25-36

We wagen het erop. Na eerst alle eerdere hoofdstukken van de Romeinenbrief te hebben doorgenomen, zijn we nu toe aan de centrale tekst van ons onderzoek. Aldus zal gans Israel behouden worden.

Mijn uitgangspunt is dat we voor een goede uitleg van die tekst, al het voorgaande uit brief van Paulus aan de Romeinen moeten gebruiken. We kijken naar de directe context, dat is vooral Romeinen 11, maar ook naar wat Paulus in Rom. 1-10 schreef.

In vers 25 zegt Paulus aan de niet-Joodse volgelingen van Jezus in Rome, dat ze niet eigenwijs moeten zijn. Dat zegt hij naar aanleiding van zijn voorgaande beeldtaal over de olijfboom; Joden die niet in Jezus geloven zijn als afgekapte takken, maar als ze tot geloof in Christus komen, krijgen ze weer deel aan God’s heil.

De niet-Joodse gelovigen moeten niet eigenwijs zijn en zich boven die ongelovige Joden verheffen, want God wil nog steeds dat die ongelovige Joden tot geloof komen. Rom 11:26:
Een gedeeltelijke verharding is over Israel gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat, en aldus zal gans Israel behouden worden.
Een gedeeltelijk verharding is over Israel gekomen, dat heeft Paulus al eerder in de brief gezegd. In Rom 11:7-10 legde hij al eerder uit, dat het uitverkoren deel het heil heeft verkregen, maar dat het overige deel van Israel is verhard. Ik denk dat we geen onderscheid mogen maken tussen de verharding waarom Paulus in Rom 11:7-10 spreekt, en de verharding die hij in Rom 11:26 noemt. Dit gaat om dezelfde kwestie.

In Rom 11:11, spreekt Paulus erover dat die verharding van Israel ervoor zorgde dat het heil tot de heidenen is gekomen. Me dunkt dat Paulus in Rom 11:26 hetzelfde in andere woorden zegt, als hij het heeft over de volheid der heidenen die binnengaat. Ook hier is sprake van parallellie.
Als Paulus dus spreekt over het feit dat hij de verharde Joden jaloers wil maken om enigen uit het te behouden (Rom. 11:11b-15), dan lijkt me dat de logische parallel voor aldus zal gans Israel behouden worden. (Rom 11:26)

Vanaf het begin van de brief was de vraagstelling van de Joodse gelovigen in de gemeente in Rome duidelijk: Paulus, God heeft grote dingen beloofd aan Israel. Hij zou toch, als de Messias kwam, geheel Israel behouden? Op die vraag heeft Paulus nu zijn antwoord gegeven:
Slechts een klein deel van Israel is tot geloof gekomen; daardoor is het evangelie naar de heidenen gegaan. Nu is het de tijd voor die heidense volgelingen van Jezus, om aan Joden het evangelie te verkondigen. Dat is waar Paulus het in Romeinen 11 over heeft. Niet over eschatologie, niet over een eindtijd, maar over zijn eigen tijd.

Hoe zal gans Israel behouden worden? Op welke manier wil God alle Joden behouden? Doordat de gemeente van Christus het evangelie verkondigt.

Is dat wat Paulus zegt in Rom 11:26? Voor we die woorden aldus zal gans Israel behouden worden nauwkeuriger onder de loep nemen, let op de context van het vers.

Rom 11:7-15: Joden zijn verhard, heidenen komen tot geloof, en moeten Joden het evangelie brengen zodat die nu tot geloof komen. Paulus spreekt over zichzelf en zijn rol daarin, niet over een verre eindtijd.

Rom 11: 30-32: Joden zijn verhard, maar heidenen zijn tot geloof gekomen, opdat heidenen nu het evangelie verkondigen en Joden tot geloof komen. Opnieuw: dit gaat niet over een verre eindtijd. Paulus gebruikt expliciet het woord thans: opdat ook zij thans ontferming vinden.

Dus lijkt het me zeer voor de hand liggen om de woorden van Rom 11:26 op dezelfde manier te lezen. Een deel van Israel is verhard, heidenen komen daardoor tot geloof, om vervolgens Israel het evangelie te verkondigen. En hierbij geeft Paulus geen lesje eschatologie, maar een lesje in missiologie. Dit gaat om zending en de opdracht van de kerk!

Israel is gedeeltelijk verhard, zegt Paulus in Rom. 11:26. Dat behoeft denk ik geen verdere toelichting; we hebben door de hele Romeinenbrief gezien dat dit een feit is. De meesten hebben Christus niet erkend als Heer.

Deze gedeeltelijke verharding heeft te maken met een geheimenis, zegt Paulus: God’s plannen zijn niet stukgelopen door Israel’s ongeloof, maar het heil is hierdoor naar de wereld gegaan. Veel heidenen zijn tot geloof gekomen.

Die verharding is over Israel gekomen totdat de volheid der heidenen binnengaat. Ik heb hierbij vaak horen zeggen dat dit gaat over het totale aantal heidenen dat tot geloof zal komen in alle eeuwen. Dat lijkt me beslist onjuist, precies omdat Paulus de hele kwestie gezien de context niet in een eschatologisch licht plaats, maar in het kader van het getuigenis dat hij in zijn eigen tijd naar Israel wil doen uitgaan.

Het begrip volheid van volken komt overigens ook in het Oude Testament voor, in Genesis 48:19. Jacob zegende Efraim met de woorden dat zijn nageslacht een volheid van volken zou worden. In de LXX wordt gesproken over de pleetos ethnoon; Paulus gebruikt de verwante term pleeroma toon ethnoon. Denkt Paulus dus aan die woorden van Jacob? Dat zou wel voortreffelijk passen in de context, want Paulus maakt in de hele brief duidelijk dat wie in Christus gelooft, ook als hij uit de volken is en niet uit Israel, zich een nazaat van Abraham mag weten.

Als de volheid der volken ingaat gaat dus over het tot geloof komen van niet-Joden, die daardoor binnengaan in God’s Koninkrijk. Zo wordt die term binnengaan in het Nieuwe Testament vooral gebruikt. Het begrip volheid duidt in elk geval niet op allemaal, net zo min als Jacob in zijn zegen aan Efraim bedoelt te zeggen dat zijn nageslacht uit alle volken zal bestaan.

In de onmiddellijke context in Rom 11 wordt volheid trouwens ook voor Israel gebruikt, namelijk in Rom 11:11. Daar wordt het gebruikt als tegengestelde van de val en het ongeloof van Israel. Met een compleet aantal of iets dergelijks heeft de term in dat verband ook niets van doen.

Aldus zal gans Israel behouden worden. Aldus (Gr: houtoos) betekent in de Romeinenbrief altijd op deze manier. Het betekent nadrukkelijk niet hierna of iets dergelijks. Het gaat Paulus niet om een tijdaanduiding; het gaat hem om het uitleggen van God’s plannen en de taak van de gemeente in Rome.

Gans Israel? Het woord gans (Gr: pas) betekent in de hele brief: het totale aantal. Iedereen. Daar gaan we hier dus niet aan tornen. Paulus heeft in zijn brief zeer duidelijk gemaakt dat allen die in Christus geloven, behouden worden. Als de Joden in de gemeente in Rome dus vragen hoe het dan zit met die beloften van God, is Paulus’ antwoord helder. God houdt zijn belofte ook voor gans Israel, maar dan moeten alle Joden wel tot geloof in Christus komen.

Paulus geeft voor het behoud van gans Israel geen enkele garantie in dit vers; hij legt slechts uit op welke manier dit kan gebeuren.

En die term behouden worden? Daarover heeft Paulus in zijn brief al voldoende gezegd; ik verwijs slechts naar Rom. 8, waar Paulus duidelijk maakt wat behoudenis voor alle volgelingen van Christus, Joden en niet-Joden, betekent. Op geen enkele manier suggereert Paulus dat er voor Israel een andere route naar het heil van God is. Lees maar verder in Rom. 11:

God wil zich over alle mensen, Joden incluis, ontfermen. (Rom. 11:31-32) Aan de gelovigen uit de heidenen is ontferming bewezen, en God wil dat gebruiken (door het getuigenis van de gemeente) om te zorgen dat de nog ongelovige Joden ook thans (thans! nu!, in de tijd van Paulus dus) ontferming vinden.

Paulus citeert in dit verband twee verzen uit Jesaja 59:20 en Jeremia 31:33-34. Het is instructief die te bekijken in hun verband. Jesaja zegt dat de verlosser uit Sion komt voor wie zich van overtreding bekeren. Jeremia zegt dat God de wetten in de harten van degenen schrijft wier zonden vergeven worden. Paulus heeft in de hele brief onderstreept dat dit de manier is waarop God Israel vergeving biedt: als ze tot geloof in Christus komen. Er is geen sluiproute.

Dus zien we hoe Paulus de vraag naar het heil voor Israel in de hele brief, en ook in Rom.11, beantwoord met een tegenvraag. Ja, zegt Paulus, God wil gans Israel redden, maar daarvoor moeten ze het evangelie aanvaarden. Er is geen zekerheid dat Israel dit doet, maar onze taak als gemeente is om ze het evangelie voor te houden, zegt Paulus aan de gelovigen in Rome. Dat is de manier waarop gans Israel behouden wordt.

29 opmerkingen:

Paul Miller zei

We will meet again.

Unknown zei

insha allah

Jouke Waleson zei

Dit is inderdaad een prachtige uitlegging, maar volgens mij worden (de) twee (grootste) struikelblokken niet direct aangepakt. Er staat namelijk in vers 25 : "Er is, broeders en zusters, een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden." en in het erg controversieele vers 29: "De genade die God schenkt neemt hij nooit terug, wanneer hij iemand roept maakt hij dat niet ongedaan."

De moeilijkheid met dit hoofdstuk bestaat niet alleen uit vers 26, was het maar zo! Het probleem is dat ervoor wordt aangegeven dat het hier niet om iets eenvoudigs gaat en dat erna duidelijker dan wat dan ook staat dat God het verbond met zijn volk (degenen aan wie Hij eens genade heeft beloofd) niet zal verbreken.

Unknown zei

Ha Bob Alice

Dat mysterie waarover Paulus spreekt, dat kan toch geen invloed hebben op onze uitleg van dit gedeelte? Wat Paulus ermee bedoelt (met die term mysterie, geheimenis) is onduidelijk, en laat ik dus liever niet te zwaar meespelen in mijn begrijpen van dit gedeelte.

En dat God zijn verbond niet zal verbreken - dat geloof ik van harte. De vraag is wat het betekent. Paulus vraagt heel vaak of God zijn volk niet heeft verstoten, en dan is het antwoord: nee natuurlijk niet, elke Jood kan toch tot geloof komen? Hij heeft de poort toch niet dichtgegooid voor Joden om volgeling van Jezus te worden? Op die manier gaat Paulus daar volgens mij mee om in eerdere hoofdstukken.

God trekt zijn barmhartigheid niet terug. Maar als mensen er niet op ingaan, dan hebben ze weinig aan het aanbod. Maar als mensen niet op Gods aanbod ingaan, doet dat het verbondsmatige aanbod dan afbreuk? Ik denk van niet.

Maar Gods verbond in het Oude Testament is voorwaardelijk. Dat is heeeeel duidelijk wat Paulus in de eerste 8 hoofdstukken van de brief onderstreepte. Of vind je van niet? Denk je dat na alles wat Paulus daarover zegt in de voorgaande hoofdstukken, hij in Romeinen 11 plots een radikale ommekeer maakt?

Jouke Waleson zei

Begrijp me goed, mijn enige probleem was dat deze verzen niet bij naam genoemd werden in het artikel.

Unknown zei

Ha Alice, of Bob,

Okee, dan begrijp ik dat nu; ik beloof dat ik mijn nieuwe ronde van over de hoofdstukken gaan, dat zal aanpassen. Dank voor de tip. Als je bij andere gedeeltes soortgelijke opmerkingen hebt, prachtig!

N. van der Brugge zei

Ik zie niet in waarom "houtoos" door alsdan/daarna moet worden vertaald. Dat is niet meer dan de derde betekenis en waarom zou die voorkeur genieten? "Aldus" biedt voldoende houvast om tot een goede vertaling te komen temeer daar Paulus zich buitengewoon heeft ingespannen om "rest" te benadrukken, dat los van tijd staat. Zou hij in enkele verzen op zijn schreden terugkeren? Hoogst onwaarschijnlijk.

Unknown zei

Beste N., ik zou het ook niet zo onderstrepen als ik niet wist dat sommigen juist wel een eschatologische volgorde zien; voor hen komt het beter uit om dit als NADAT te vertalen.

Maar op geen enkele plek in de Romeinenbrief kan houtoos NADAT betekenen. Dus is het wel erg willekeurig om het in dit ene geval wel zo te willen vertalen. We moeten dat in dit geval dus gewoon een verkeerde vertaling noemen.

Het interessante is dat lui met zo'n optiek op de eschatologie, er juist vaak enorm aan hechten om te zeggen dat elk woord in de bijbel bij voorkeur identiek moet worden vertaald, ongeacht hjet betekenisveld van een woord of de context. Maar in dit geval lijkt dat plots niet belangrijk, gewoon omdat dit toevallig beter overeenkomt met het idee van de eschatologie dat men wil handhaven.

Nu ben ik in dit opzicht nogal reactief - ik geef het toe. Maar dat lijkt me gezien de betekenis van houtoos elders bij Paulus dan ook volledig gerechtvaardigd.

Vanwaar uw interesse trouwens?

N. van der Brugge zei

Dag Jos,
Ik wil zo objectief mogelijk weten hoe de vork in de steel zit. Als antwoord op mijn gebed gaf God mij keer op keer aanwijzingen uit de Bijbel, zonder te zeggen hoe of wat. Hij laat ook aan zelfwerkzaamheid over en blijft objectief. Alsdan lijkt mij een gelegenheidsvertaling als gevolg van een vooringenomen standpunt en derhalve enigszins verwerpelijk. Nico van der Brugge.

Unknown zei

geachte heer:mijn opmerking betreft de volgende passage:Rom 11: 30-32: Joden zijn verhard, maar heidenen zijn tot geloof gekomen, opdat heidenen nu het evangelie verkondigen en Joden tot geloof komen. Opnieuw: dit gaat niet over een verre eindtijd. Paulus gebruikt expliciet het woord thans: opdat ook zij thans ontferming vinden.Hier mijn vraag:Dat "Thans"op dit ogenblik,nu...dat is toen begonnen en loopt tot op de dag van vandaag..Dat wij in deze tijd leven doet er dan toch niet toe?Het evangelie is er voor iedereen van elke tijd,dus óók voor de eindtijd..Waarin het mij niet gek lijkt dat er meer joden tot geloof in jezus komen dan toen..gezien het aantal gelovigen uit de heidenen die "klaar'zijn gemaakt te getuigen...met broedergroet:henk vermeule.

Unknown zei

Ha Henk - ik ben het helemaal met je eens. En dat er nu veel Joden tot geloof in Christus komen, is ook gewoon een feit. Maar waar ik me tegen keer, is het idee dat Paulus in zijn Romeinenbrief BELOOFDE dat in een tijd die ver van hemzelf was verwijderd, op een miraculeuze manier veel Joden tot geloof zouden komen.

En daarmee is wat hij zegt dus niet een spoorboekje voor de eindtijd, maar een agenda voor zending, voor alle eeuwen.

Unknown zei

Sorry plaats ik ongeveer 2 keer hetzelfde..k moet nog even wennen aan hoe dit werkt..ben het dus wel met u eens,geen spoorboekje ,wél van alle tijden..

Unknown zei

Henk, ik heb de twee keer verwijderd. Geen zorgen.

Ja- van alle tijden. God verandert niet. Hoe hij door Paulus Joden wilde bereiken kan toch niet anders zijn dan hoe Hij dat nu wenst? Ik verbaas me vaak over lui die menen dat Israel een soort uitzonderingspositie zou hebben wat dit betreft. De Romeinenbrief gaat er juist over dat voor God, Joden en heidenen gelijk zijn. Allen hebben het evangelie nodig, of dat nu in het haar 60 na christus of 2010 na christus is.

BThU zei

Beste Jos,

Een prachtige Bijbelstudie. Graag wil ik er de volgende opmerkingen bij maken:

ἄχρις οὗ in Rom. 11:25 betekent 'tot het punt dat'(de volheid van de heidenen is binnengegaan). Dat is toch echt temporeel.
De basisbetekenis van οὕτως is 'op deze wijze'. In vers 26 trekt Paulus hiermee mijns inziens een samenvattende conclusie. Het 'geheimenis' houdt in, dat het heilsplan van God inzake de bekering van joden en heidenen in drie stappen verloopt. De eerste stap is een ‘gedeeltelijke verharding over Israël’, d.w.z. een verharding over een deel van Israël (vs.7,8). Daardoor kwam er ruimte voor de volgende stap, de prediking van het Evangelie aan de heidenen (vs.11). Wanneer die is voltooid, zal geheel Israël behouden worden (vs.26). De verharding van een deel van het Joodse volk zal duren ‘totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan’. Daarna zal God Zich weer volledig op Israël richten. En zó (οὕτως), langs deze route, via de omweg van de redding der heidenen, zal heel Israël behouden worden. De Joden zijn volgens Paulus 'vijanden van het Evangelie' geworden, maar het hele Joodse volk is en blijft 'Gods geliefden', zoals de gehele Tenach betuigt.

In Christus verbonden,
Bas Urgert

BThU zei

Ik las ergens in de reacties hierboven, dat je zegt: "Dat mysterie waarover Paulus spreekt, dat kan toch geen invloed hebben op onze uitleg van dit gedeelte?"
Maar volgens mij is hetgeen in vs 25vv gezegd wordt juist de inhoud van het mysterie Gods waarover Paulus spreekt: 'Zó zal heel Israël worden gered, via de omweg van de redding der heidenen.' Dat had geen mens kunnen verzinnen: "Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen" (vs 33).

Jeroen zei

Hoe zou heel Israel behouden kunnen worden? Generaties gaan voorbij, dus hele Israël-bevolkingen gaan voorbij.
In die zin kan dus nooit "heel Israël" behouden worden.
Als het een toekomstvoorspelling van Paulus zou zijn, dan zou er onderscheid gemaakt worden, en God dus inderdaad zich "even" niet met Israel bezighouden maar met de heidenen, en pas daarna weer wel met Israël.
Juist om wat Jos aanhaalt kan dat niet. God wil dat alle mensen behouden worden (alle volken en alle generaties) Iedereen gelijk, en allen hebben Jezus nodig.

Anoniem zei

Waarom zou er in Zacheria 13 vers 10 staan: '10 Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene'. Als er geen speciale plaats voor Israël is?
Want Christenen erkennen al dat zij Hem doorstoken hebben, Israël, tot het beschreven moment, nog niet.
Jan-Peter

Unknown zei

En als je naar Openb 1:7 gaat, zie je dat Johannes dit vers op alle mensen van die wereld toepast. Dat laat weinig over van het argument dat Israel 'dus' een speciale plaats zou hebben lijkt me.

Anoniem zei

En hoe wil je dan de volgende verzen vergeestelijken: 12 Het land zal rouwen, alle geslachten, ieder geslacht voor zich: het geslacht van Davids huis voor zich en hun vrouwen voor zich, het geslacht van Natans huis voor zich en hun vrouwen voor zich; 13 het geslacht van Levi’s huis voor zich en hun vrouwen voor zich; het geslacht van Simi’s huis voor zich en hun vrouwen voor zich; 14 alle andere geslachten, alle geslachten, ieder geslacht voor zich en hun vrouwen voor zich.'
Over wie gaat het daar?
Vriendelijke groet,

Jan-Peter

Anoniem zei

Dus ik bedoel: wie is het symboliseerd het geslacht van David, wie het geslacht van Natan, wie het geslacht van Levi, wie het geslacht van Simi?
Vriendelijke groeten,

Jan-Peter

Unknown zei

Die vragen komen niet bij me op. Kwamen ze bij jezus en de apostelen op? Ik lees niet in het NT dat de eerste gemeente zo met het OT omging.

En ik ben geheel geen voorstander van 'vergeestelijken'. En nu moet ik weg ;-)

Anoniem zei

Tja wie weg moet zal ik niet tegen houden. ;)
Ik denk ik inderdaad dat de eerste gemeente die vraag niet zou stellen omdat ze het met me eens was;). Arogant he? Welnu we zijn allemaal narcissten als ik Christhoper Lasch mag geloven...
Maar goed, de vraag blijft natuulijk wel bestaan, want hoe gingen de schrijvers van het Nieuwe Testament om met het OT? Volgens mij probeerden ze er op aan te sluiten en te bewijzen dat ze er op aansloten en namen ze het erg serieus...
Overigens zitten in het artikel mooie bemoedigende gedachten, waarvoor dank.
Vriendelijke groeten,

Jan-Peter

Anoniem zei

In de christelijke kringen waar ik me bevind wordt geen of nauwelijks kerst gevierd. Mijn excuses dus als ik u heb lastig gevallen op kerstavond die voor u wel belangrijk is. Een fijne kerst gewenst!
Jan-Peter

Unknown zei

Ha Jan-Peter - geheel geen lastig vallen! Ik vind het juist wel leuk. Zegen!

gideon zei

Romeinen 11. Ik vindt dit onderdeel uitermate belangrijk zodat ik dit hoofdstuk van het volgende commentaar wil voorzien. Ik voorzie dit commentaar slechts van één tekstverwijzing niet alleen om het kort te houden, maar ook omdat ik er van overtuigd ben dat uw bijbelkennis die van mij zeker overtreft zodat u in staat bent de zuiverheid van mijn opvatting te beoordelen.

In het betoog van Paulus staat naar mijn mening niet de Kerk centraal, maar de roeping van Israël die hij fel verdedigt.
De roeping en uitverkiezing om tot zegen te zijn van alle volken rust op Israël.
Paulus noemt Israël dan ook nog steeds Gods volk. Op een uitverkoren deel na, door wier dienst wij het Evangelie mochten ontvangen, heeft God mede als straf op hun overtredingen het hart van de overigen verhard* en is door hun afwijzende houding ( waardoor op hen nog steeds als enig volk ter wereld, zowel de ZEGEN als de VLOEK van de Wet van kracht is) het heil tot de heidenen gekomen. Met als nadrukkelijk genoemd doel, om hen tot naijver op te wekken. "Want zij zijn terwille van ons vijanden van het Evangelie, maar naar roeping en uitverkiezing nog steeds Gods geliefden om de aan de vaderen geschonken belofte. Want de genadegaven en de roeping Gods zijn onberouwelijk." zegt Paulus.
Want zoals wij heidenen in het verleden ongehoorzaam waren en nu, dank zij Israëls ongehoorzaamheid ( buiten de Wet om) ontferming hebben gevonden, zal Israël op grond van de ons betoonde ontferming, eveneens (zonder wet), ontferming vinden. Want God heeft hen allen onder ongehoorzaamheid besloten om zich over hen allen te kunnen ontfermen. (Ik meen dat er voldoende reden is om dit wat alle Godgetrouwe Joden betreft heel letterlijk te nemen en aan te nemen dat allen alsnog in staat gesteld zullen worden om Jezus als hun verlosser te erkennen. Zacharia 12,10.)
En aldus zal gans Israël behouden worden, gelijk geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen, Hij zal goddeloosheden van Jakob afwenden. En dit is mijn verbond met hen, wanneer Ik hun zonden wegneem.
Op grond van hun roeping en mede op grond van de vele oudtestamentische profetieën die nog in vervulling moeten gaan, acht ik het hoogstwaarschijnlijk dat het volk Israël ook in de toekomst nog een belangrijke rol zal vervullen.

*In Ex. lezen wij dat God ook het hart van Farao verhardde om niet te doen wat Hij van hem vroeg.

wvanderwolf zei

Prachtig allemaal.

Leuk Jos dat je er hier aandacht aan besteedt. Had je wel even op je gewone blog mogen melden.

Toch?

Gods zegen... Walter

Anoniem zei

Hallo!

Ik lees in uw betoog Romeinen 11:28 niet terug, namelijk dat de Joden vijanden zijn om 'uwentwil' (de heidenen) en uitverkoren om de Vaders wil.

Mvgr,
Bets Jansen

Unknown zei

Hallo Bets - wil je me uitleggen wat dit dan betekent? Als Joden zijn uitverkoren om der vaderen wil, betekent dit dan dat ze behouden worden? Nee toch? Want Jezus en de apostelen maken telkens klip en klaar dat een Jood zonder Christus niet behouden is. Denk maar aan de gelijkenissen van Jezus waarin hij dat vaak zegt. Zoals de gelijkenis van de arme Lazarus in Abrahams schoot.

Nico van der Brugge zei

uationic ltafervGoedemorgen,
Helemaal mee eens, Jos. Tot die vaderen zegt de profeet Jesaja 59 : 20, dat de Verlosser komt voor Sion en voor wie in Jakob zich bekeren.
De "beruchte" tekst uit Romeinen 9 houdt voor mij niets anders in dan een gelijkschakeling tussen Jood en Griek, bekering zowel voor de een als voor de ander. Geen preferenties dus en geen heil zonder de Verlosser en bekering.
Vriendelijke groet,